Nel

   

1 - Nel

 

“Cornelia Wilhelmina Persoons, wilt u Robert Pieter Dekkers tot uw wettelijke echtgenoot nemen, hem beminnen en eren, in goede en kwade dagen, tot de dood u scheidt?

Daar u beiden Nee geantwoord hebt, verklaar ik in naam der wet dat u uit het huwelijk ontbonden zijt.”

“NEEEEH!”

Nel schiet wakker van haar eigen kreet. Ze zit rechtop in bed. De kamer is stil en nog zwart als de nacht. Ze is bezweet. Stilaan bekomt ze van haar droom. Steeds weer diezelfde droom. Sinds haar scheiding beleeft ze keer op keer vervormde scènes uit haar huwelijksleven met Rob. Het is verwarrend en vermoeiend.

Was de echtscheiding een vergissing misschien? Sommige dagen weet ze verdomd goed dat er geen andere uitweg was. Sommige nachten is het gemis zo groot dat ze hun opgave betreurt.

Ze staat op, stapt in haar slippers, trekt haar kamerjas aan en gaat naar de keuken. Ze zet een pannetje met melk op het vuur, vist een kopje uit de berg vuile afwas, spoelt het uit en schenkt de melk in. Ze ontvlucht de rommelige keuken, gooit wat kleren opzij zodat ze zich in de sofa kan nestelen. Ze drinkt de warme melk met mondjesmaat en geniet als een baby die met kleine slokjes van de warme borst drinkt. Ze staart in het halfduister. Haar leven voelt als een puinhoop. Ze barst in snikken uit.

Na een kwartier komt ze tot bedaren, beseft dat ze er alleen niet uitgeraakt en beslist morgen hulp in te roepen. Uit haar juwelenkistje haalt ze haar seksspeeltje, kruipt terug onder de wol en troost zichzelf. Ze slaapt tot negen uur en ziet de nieuwe dag tegemoet als de beklimming van de Matterhorn. Ze zucht. Ze neemt een warme  douche, draait haar natte haar omhoog in een slordige knot, trekt een oud, comfortabel T-shirt met een niet meer leesbare print aan, ook een lekker zittende joggingbroek, witte sokken en haar Birkenstocks en ze stopt haar mobieltje en portemonnee in een kleine crossbody tas.

Met de uitstraling van ‘geen gedoe’ trekt ze achter zich de deur van haar flat dicht en gaat de koffieshop aan de overkant van de straat binnen op zoek naar vertroosting.

 

 2 – Saar

 

Ik zie Nel al van ver zitten als ik Lotte’s Latte Bar binnenstap. Tussen de yuppies in driedelig pak die gauw hun koffieshot komen halen, valt ze danig uit de toon met haar slonzige casual dress code.

“Goedemorgen, Lady in distress, wat is het noodgeval dit keer?”
“Hi…” En meer dan een zucht komt er niet uit.
“Wow, zó erg dus. Tja, dan zal ik me er maar even bijzetten en iets bestellen. Eh, hallo! Dag Lotte, mag ik een cappuccinootje alsjeblieft? Nel, wil jij nog iets extra’s?”
“Een koffiekoek.”

Ik bekijk mijn vriendin en ik zie slechts een hoopje ellende.
“Ach Nel toch, je wordt stilaan een hopeloos geval. Zo kan je niet verder, dat besef je toch. Je moet je herpakken meid. Het hoofdstuk Rob is voorbij. Over and out. Dat weet je toch.”

Ik verbrand mijn bovenlip aan de gloeiend hete koffie en vloek. Voor het eerst sinds ik hier ben reageert Nel, met haar mond vol koek en schilfers bladerdeeg op haar schoot vraagt ze lachend: “Heb jij niet leren blazen?”

“Heel vriendelijk, dankjewel. Vooruit, voor de dag ermee: wat scheelt er? Waarvoor moest ik alles laten vallen om je te komen redden?”
“Ik dacht, ik denk… misschien was het een vergissing om te scheiden.”
“Oh nee, Nel. Spijt is het verlangen om het verleden te veranderen, zei me ooit de prof statistiek, toen hij me buisde omdat ik voor zijn vak duidelijk niet veel had geblokt. In de liefde is dat net zo. Jij en Rob hadden geen van beide discipline, noch inzet, en jullie hebben grandioos gefaald. Op zich geen probleem, maar onthoud: van je fouten moet je leren.”

“Jij hebt makkelijk praten: jij staat nuchter met beide voeten op de grond, je hebt altijd lieven zat, je leeft in het moment. Jouw hele zijn past perfect in een van je geliefde spreadsheets.”

“Bedankt voor de analyse, dokter Nel, maar ik dacht dat jij het was die mij om hulp riep.”

“Ik ben een zwever, Saar, ik zoek poëzie in het verleden en in de toekomst, en ik wil dat graag delen met een gelijkgestemde wederhelft. Ik ben een tijdreizigster op zoek naar een reisgenoot…
Zeg eens eerlijk Saar, vind jij dat ik in therapie moet? Ik bedoel, om Rob te leren vergeten en om mijn treintje terug op de rails te krijgen.”

“Oké girl, hier heb je mijn advies. Eén: geen therapeut, die kan je trouwens niet betalen. Twee: Rob hoef je niet te vergeten, denk liefdevol aan hem terug en aan de vele mooie momenten die jullie hebben beleefd, maar hou op met te denken dat je de klok kan terugdraaien. Drie: actie! Jij moet dringend in het werk schieten, er valt genoeg te doen: begin eens met je afwas bijvoorbeeld, ruim je flat op, verzorg je uiterlijk en gooi die versleten spullen die je aan hebt weg. Vier: schilder op je muur ‘Werk Maakt Sterk’ en ga solliciteren. En vijf: stap eindelijk uit die slachtofferrol, stop met dat zelfmedelijden. Gedraag je alsof je het zonnetje bent. Je zult zien dat zo’n positieve houding je eigen dag én die van anderen opvrolijkt.”

De blik van Nel spreekt boekdelen, maar ik weet niet of ze in mij het “Het Grote Mysterieboek” ziet of “Het Boek der Openbaring”. Wanneer ze mij dan vraagt: “Mocht je toevallig Rob zien, wil je dan eens horen of hij misschien ook spijt heeft?”, besef ik dat mijn goede raad op onvruchtbare bodem is beland.

 

 3 – Rob

 

Ik vind het altijd reuzespannend om ergens voor de eerste keer naartoe te gaan. Een soort “eersteschooldaggevoel”, zeg maar. Vandaag heb ik dat weer. Op het eerste gezicht lijkt de Love2Arts Lounge & Gallery een onconventionele buurman: een culturele hotspot, genesteld tussen enkele luxeappartementsgebouwen. Wanneer ik binnenkom, word ik vriendelijk ontvangen door een Koreaanse schoonheid die mij in ruil voor het entreegeld een programmaboekje bezorgt. Het gezellige geroezemoes van de bezoekers en de kunstwerken aan de muren van de loungeruimtes vormen een combinatie die mij erg bekoort. Kunst kan de wereld redden, denk ik dan.

Terwijl ik in bewondering sta met mijn neus op een litho, fluistert een stem: “Als iemand met een kleine leraarswedde overweegt om een Salvador Dalí aan te kopen, dan heeft die vast een bank geroofd.”

“Hé, Saar! Wat doe jij hier. Kom je ook voor het optreden van Smits en Brogna? Wat een toeval! Ik wist niet dat jij gitaarliefhebber bent.”

“Dag Rob. Eigenlijk moet ik vragen: wat doe jíj́ hier. Ik ben hier een trouwe concertbezoeker, maar ik heb jou hier nooit eerder gezien.”

“Touché, haha. In de muziekacademie waar ik lesgeef had de gitaarlerares me dit aanbevolen. Zelf moest ze lesgeven en was jaloers toen ik haar wat later zei dat ik mijn zitje had gereserveerd.”

“Ik denk dat we nu naar binnen moeten, het begint over enkele minuten…”

Anderhalf uur later kom ik uit het intieme concertzaaltje, totaal overweldigd door zoveel meesterschap. Wat een uniek duo, wat een schitterend repertoire – die Mertz is voor mij een ontdekking – en wat een klankkwaliteit uit die twee authentieke negentiende-eeuwse gitaren. Ik heb dringend iets nodig om te bekomen…

Ik wacht mijn beurt af om te bestellen aan de bar. Mijn oor registreert weer die fluisterstem: “Voor mij, een cavatje, please.”

Saar en ik installeren ons in een comfortabele zithoek.

“Wel Rob, zo te zien is het je wel bevallen.”

“Dat zal wel: dit is topniveau! Man, man, man. Je weet dat ik leerkracht muziekgeschiedenis en notenleer ben. Ik speel ook piano, en af en toe val ik in bij ensembles. Pas op, wij doen mooie dingen hoor, maar niet te vergelijken met dit. Raphaella en Adrien zijn echt wereldklasse. Cheers!”

“Over romantische muziek en Romantiek gesproken, Rob, ik heb een vriendin – die vanzelfsprekend  anoniem wenst te blijven - beloofd dat ik bij jou eens zou polsen of je spijt hebt van je echtscheiding?”

“Ach Saar, wat doet die arme Nel zich toch aan, wat een zelfkwelling. Zeg jouw anonieme vriendin - of moet ik zeggen je patiënte? - dat ik geen spijt heb van ons huwelijk en ook geen spijt van onze scheiding. Ik heb eens een Canadees horen zeggen: Love is blind, and marriage is an eye-opener. Ik was smoor op Nel en overtuigd dat ons verbond eeuwigdurend zou zijn. Toen onze te grote verschillen niet verenigbaar en ook niet onderhandelbaar bleken, hebben we sàmen, als volwassen mensen, de niet te ontkennen waarheid onder ogen gezien. We zijn uit elkaar gegaan als vrienden, zonder wrok. Dus nee, ik heb nergens spijt van.”

“Ik begrijp je volkomen, Rob. Ik zal nogmaals proberen de boodschap over te brengen. Nog eentje? Of ben je met de wagen?”

“Ik ben hiernaartoe gewandeld en neem een Uber om terug te gaan. Graag voor mij nog een Vodka martini, shaken, not stirred.”

“Oké, James… You only live twice!”

 

 4 – Saar

 

Ik word wakker en realiseer me in een fractie van een seconde: dit is niet mijn slaapkamer, niet mijn bed, niet mijn geronk… Ik draai heel voorzichtig mijn hoofd in de richting van de geluidsbron en herken het gezicht van Rob. Flarden van warmte en geur van de verlopen nacht schuiven in mijn herinnering voorbij. Het was een gedenkwaardige nacht, eentje die in stilte nazindert. Een glimlach speelt om mijn mond. Niets mooier dan nagenieten.

Op mijn tippen zoek ik mijn weg naar de badkamer. Oh, die koude douche doet deugd, of is het de herinnering die nog tintelt op mijn huid. Ik wikkel me in een grote handdoek en ontdek een keuken om van te dromen: klein, gerieflijk en schoon als in een toonzaal. En hier woont een man alleen!

Wanneer ik in de slaapkamer terugkeer met twee mokken koffie kijkt de nachtridder met een schuldige blik, duidelijk beladen met de zonden der wereld. “O la la, mister Bond, wat een sombere oogjes. Moet ik jou vergiffenis schenken of zal ik de schuld op mij nemen? Hier, sterke koffie is goed om te reflecteren op innerlijke conflicten.”

Een stem, schor van de zware nacht, klinkt hees en haperend: “Ook een goedemorgen. Voortaan drink ik enkel nog water… en koffie. Dankjewel.”

Afwisselend zuchten en behoedzaam drinken helpt hem zienderogen bij het herstel van lichaam en geest. “Hoe zijn wij hier geraakt? Jij hebt toch niet gereden, hoop ik? En ik toch ook niet!”

“Wees gerust: ik niet en jij niet. Wij hebben een lift gekregen van een lieve dame die deze richting uit moest. Een zekere Eveline, zij komt geregeld in de Love2Arts. Toen ze ons hier liet uitstappen moesten we wel beloven dat ze ons bruidsmeisje mag zijn. Ik heb dat toegezegd. Ik hoop dat je dat oké vindt?”

“Je kan mij wijsmaken wat je wil. Ik herinner me niets: complete blackout. Die verdomde Vodka.”

“Je maakt me nu wel heel droevig, Rob, als je zegt je niets te herinneren van wat er is gebeurd. Om eerlijk te zijn en naar mijn bescheiden mening hebben jouw pianistenhanden op mijn klavier een nooit eerder vertolkt meesterwerk ten beste gegeven. Natuurlijk hou ik je niet tegen om met een bisnummer mij te bedanken voor het compliment.”

Als in een vertraagd afgespeelde film zie ik Rob’s zorgelijke blik metamorfoseren in een paar blinkende oogjes en een breedlachende mond. “Dat is de mooiste kritiek die ik al ooit voor mijn pianospel mocht ontvangen. En welke toegift zal ik voor mijn favoriete recensent spelen?”

Dat de koffie staat koud te worden is bijzaak.

 

 5 – Nel

 

De babbel met Saar was nog niet voldoende geweest. Ik had nog een extra duwtje in de rug nodig, en dat duwtje kreeg ik tijdens een voordracht over zelfhulp-relevantie. In je hoofd maak je blijkbaar een soort verhaal over wie je bent, wat je hebt meegemaakt en hoe je toekomst eruit zou kunnen zien. Dat verhaal is heel belangrijk, want het bepaalt hoe je naar jezelf en je mogelijkheden kijkt. Als je iets in je leven wilt veranderen, gaat het niet alleen om ‘wat moet ik doen’, maar vooral ook om hoe je over jezelf praat in je hoofd: blijf ik het oude verhaal geloven, of durf ik een nieuw verhaal over mezelf te maken, waarin ik kan groeien en dingen veranderen?

Eindelijk wordt het me allemaal duidelijk! Dat ik verschillende studierichtingen volgde maar geen enkele heb afgemaakt, was niet omdat ik chaotisch ben maar omdat de vakjesmentaliteit van de school mijn persoonlijkheid niet kon plaatsen. Dat ik diverse jobs heb gehad maar nergens het werk heb volgehouden, was niet omdat ik onverantwoordelijk zou zijn maar omdat werkgevers geen geschikte positie voor mijn talenten hadden. Dat mijn lieve man mij heeft verlaten, was niet omdat ik wispelturig en slordig zou zijn maar omdat hij twijfelde aan mijn liefde.

Het is zo glashelder als wat. Er spelen zoveel zaken in mijn leven waar ik geen zicht of macht over heb. Maar mijn eigen verhaal, dat kan ik redigeren tot het me past. Ik zou kunnen vertellen dat ik graag omelet eet voor ontbijt, ook al verkies ik spiegelei. Ik zou kunnen zeggen dat ik blij ben verlost te zijn van Rob, de controlefreak, ook al zou ik hem liefst weer bij mij willen hebben. In haar voordracht zei die mevrouw – hoe heet die nu toch? – enfin, die zei dus: Een verhaal vertellen betekent onvermijdelijk een moreel standpunt innemen. Wat ze bedoelt is dat zodra ik mijn verhaal heb aangepast, het volgende hoofdstuk van mijn leven makkelijker te schrijven zal zijn. Dus moet ik die oude versie van mijn verhaal loslaten, en de nieuwe versie blijven herhalen. Zo ongeveer zei ze het. Denk ik. En dat brengt dan vrijheid en verandering.

“Kom op, Nel. Even hier aan tafel een hoekje vrijmaken, ziezo. Pen en papier erbij. Een titel? Hmm, heb ik een titel nodig? Ach nee, gewoon: Mijn verhaal… door Cornelia Persoons. Voilà, we zijn vertrokken.”

 

 6 – Saar

 

Al tweemaal heb ik een excuus verzonnen om niet met Nel af te spreken. Een derde keer zou ze niet gepikt hebben. En terecht, als je elkaar als vrienden beschouwt. Ik zit dus netjes op tijd aan een tafeltje in Lotte’s koffiehuisje. De voordeur aan de overkant zwaait open en een opvallende verschijning treedt naar buiten. Ik aarzel, twijfel sterk, maar herken dan toch Nel in de diva die de straat oversteekt en opzettelijk het verkeer ophoudt. My God!

“Wauw Nel, wat is er met jou gebeurd? Ik herken je bijna niet.”

“Hallo Sarah. Het verheugt me zeer dat je nog eens tijd kan vrijmaken voor je hartsvriendin.”

Ik vind het bijna griezelig. Dit is Nel niet. Dit moet een lookalike zijn. De onzekere softie is plotseling een hautaine powergirl geworden. Of ze speelt het als een volleerde actrice.

“Nel, wat mag ik voor jou bestellen? Zoals gewoonlijk, een koffie en een koffiekoek?”

“Nee hoor, voor mij een white tea met een vleugje gember graag. Zo, Sarah, vertel me eens waar jij al die weken zo druk mee bezig was.”

Dat Sarah-gedoe, in plaats van gewoon Saar zoals altijd, irriteert me danig. Ook die bekakte manier van praten. En hoe ziet ze eruit! Ze lijkt weggelopen uit een of andere Fellini-film.

“Och, de laatste tijd is het alsof al mijn opdrachtgevers hun geduld kwijt zijn. Ze verkorten de afgesproken ontwikkeltijd en tegelijk willen ze dat ik extra functies in de nieuwe applicaties voorzie. Gekkenwerk is het.”

“Ach, wat erg. En uiteraard lijdt je sociale leven daar enorm onder. Geen tijd voor de vrienden, geen tijd voor ontspanning. Verschrikkelijk moet dat zijn. Tja, Sarah, om eerlijk te zijn, dan heb ik meer geluk.”

“Hoezo? Vertel.”

“Sinds kort ben ik Life Coach. Mensen kunnen online, uiteraard tegen betaling, bij mij terecht voor adviezen als hun leven uit balans is geraakt. Ik help dan om weer rust en helderheid in hun hoofd te brengen, en terug vertrouwen te vinden in zichzelf. We werken samen in een aantal sessies op alle lagen van bewustzijn: mentaal, emotioneel, fysiek en intuïtie. Ja, dat is het zo een beetje. Zo heb je een idee van wat ik doe. Oh, en wat betreft druk-druk-druk, de aanvragen om hulp strómen binnen. Maar ik ben wel zo alert dat ik op tijd op de rem ga staan: geen burn-out voor deze dame, hoor.”

“Ongelooflijk, Nel. Wat een lef. Wat een gedaanteverwisseling heb jij ondergaan. Neem me niet kwalijk dat ik zoiets vraag, maar, moet je voor zulk werk geen psycholoog zijn?”

“Nee hoor. Wij werken héél anders. Wij hanteren geen rigide kaders zoals die DSM richtlijnen voor de psychiatrie. Wij werken ‘holistisch’: we gaan uit van de mens, bekijken het gehele plaatje en sluiten aan bij wat dit mensenkind nu wil of nodig heeft. Onze methodiek is oplossingsgericht door het aanwakkeren van het zelfherstellend vermogen. Dat betekent dat wij zowel mentaal, fysiek, sociaal-emotioneel, als energetisch en spiritueel ingrijpen. Onze therapie gaat er prat op de slachtoffers van deze hectische maatschappij te transformeren tot relaxte helden!”

“Ik ben compleet overdonderd. Jouw metamorfose is fenomenaal. Als dat met je euh, met je klanten evengoed lukt, dan is dat ongelooflijk. Nee, dan is dat pure magie. La nouvelle Nel est arrivée.”

“Als ik nog even iets mag rechtzetten, Sarah, het is niet meer Nel, het is Cornelia. Trouwens, de baseline van mijn praktijk luidt: “Mens Sana via Cornelia”. Latijn klinkt heel wat betrouwbaarder dan zo’n flauw Frans cliché, toch?”

 

 7 – Rob

 

Ik maak graag muziek, en ik help graag een ensemble dat zonder pianist valt, uit de nood. Maar waar ik verschrikkelijk tegenop zie, is dat jaarlijkse lerarenconcert van de academie. Altijd opnieuw overvalt me dan het vreselijke examengevoel. Alsof het publiek, met natuurlijk flink wat leerlingen van mij, enkel komt om te jureren. Komt er nog bij dat ik in overmoed Saar heb uitgenodigd, wat de stress nog wat verhoogt. Grrr.

Wanneer het mijn beurt is, stap ik dapper vanuit de coulissen recht naar de vleugel en zet me neer, zonder ook maar een blik in de zaal te werpen. Zelfs in het halfduister zou het herkennen van gezichten mij uit mijn concentratie halen. Ik sluit de ogen, haal diep adem en laat de lucht traag en rustig weer uit mijn longen. Ik open de ogen, mijn handen landen op de ivoren toetsen en ik begin te spelen. De Prelude in e-mineur, opus 28 nummer 4, heeft Chopin waarschijnlijk speciaal voor mij gecomponeerd. Een niet te moeilijk, maar ontroerend stuk. Een herhaalde akkoordbegeleiding, licht hypnotiserend, met een treurige melodie erboven. Terwijl ik speel  vloeit de spanning uit me weg en geniet ik van de intieme sfeer die ikzelf creëer.

Het laatste akkoord sterft langzaam weg. Even blijft het muisstil: het publiek houdt graag de sfeer nog even vast. En dan, net voor het applaus, scheurt een stem doorheen de stilte: “BRAVO! BRAVO! BRAVO!” Nederig buig ik voor het warme applaus. Wanneer het licht in de zaal aanknippert, zie ik een flamboyant geklede dame als enige rechtstaan, wild in haar handen klappend en continu BRAVO roepend. Het is de bruisende Life Coach Cornelia!

Ik kijk vluchtig nog van links naar rechts maar kan Saar niet ontdekken. In verlegenheid gebracht door Nel’s gênante tumult, maak ik mij na een laatste buiging snel uit de voeten.

 

 8 – Saar

 

Mijn mobieltje piept. Het is het antwoord van Rob: “Ik kom. Over 10’ ben ik daar.” Ik steek het vuur aan om de Bolognesesaus weer op te warmen en om het water voor de pasta te koken. Met zijn favoriete gerecht kan ik gegarandeerd op zijn liefdevolle dankbaarheid rekenen.

Wanneer hij binnenkomt en de feestelijk gedekte tafel ziet, reageert hij zoals verwacht: “Wauw, diner by candlelight. En dan die geuren… dat belooft!”

Hij neemt mij in zijn gespierde armen en geeft mij een innige zoen. “Ik heb je tevergeefs in het publiek gezocht. Ben je dan toch niet komen luisteren?”

“Jawel hoor, lieverd. Ik heb ten volle van jouw magistraal gespeelde prelude genoten, en straks wil ik nog een nocturne voor mij alleen.”

“Waar in de zaal zat jij dan?”

“Op de laatste rij, bescheiden als ik ben… níet zoals sommige andere melomanen.”

“Zwijg me van Nel. Dit is een niveau van hysterie dat ik van haar nog nooit heb gezien. Ze is nu toch echt compleet het Noorden kwijt!”

“Je had haar entree moeten zien. Verontwaardigd stond ze naar de mensen op de eerste rij te staren, en toen niemand spontaan zijn plaats aan haar afstond, ging ze de rij af, al bedelend voor een zitje vooraan. Niemand hapte toe en vloekend moest ze zich tevreden stellen met een plaats op de zesde rij. Toen ze na jouw optreden als een gek stond te roepen en te springen, ben ik heimelijk vertrokken om haar zeker te mijden.”

“Alle begrip, lieve Saar. Dat is ook de reden dat ik niet met de collega’s na afloop een pint ben gaan drinken. Geef mij maar een spaghetti bolognaise maison!”

“Als jij je ontfermt over het ontkurken van de Primitivo, dan zet ik dadelijk het eten op tafel.”

Ik steek net de eerste hap in mijn mond en mijn gsm piept. Toch niet, het is die van Rob. Hij kijkt bedenkelijk naar het bericht en laat het me lezen: Hola Maestro, jouw fanbase zit ongeduldig te wachten in het Zeezicht. Kom gauw, of je biertje wordt warm en onze kussen koud!

Rob zucht: “Van Nel, natuurlijk. En waarschijnlijk zit ze daar alleen. Sorry, ik moet dit even beantwoorden. Ik zeg haar dat ik nog veel toetsen te verbeteren heb en dat de uitslagen morgenvroeg bij de directie moeten liggen. Voilà, verstoring van het diner opgelost.”

 

 9 – Cornelia

 

Zoals ik al dacht, zijn die toetsen en dat verbeterwerk niet van muzikale, maar van culinaire aard. En straks, met de gescoorde goede punten, volgt allicht de vleselijke beloning. Door de voile gordijnen gunnen ze me - onbewust neem ik aan - zicht op hun schimmenspel: heel attent, dankjewel, oude vrienden. Ze zoeken troost bij elkaar nu de arme Nel, die ze vroeger makkelijk konden betuttelen en manipuleren, als een vuurvogel uit de as is verrezen.

“Ik, Cornelia, ben de weldoeners te assertief geworden. Ik, Cornelia, doorzie het spel van de hypocrieten. Ik, Cornelia, zal als de nieuwe Nemesis, godin van de gerechtvaardigde wraak en vergelding, zorgen voor een goddelijke climax.”

Plotseling vraagt een warme stem: “Is alles oké, meisje? Kan ik je helpen misschien?” Een oude man zit op de bank van het bushokje dat mijn observatiepost is. “Kom bij me zitten, kom. We kunnen nog wat praten. De bus komt pas over tien minuten.”

Ik heb heel veel zin om die bemoeial af te blaffen. Maar het zou niet fair zijn om mijn frustratie over die twee lovers aan de overkant op deze man uit te werken. Gespannen en moe laat ik me op de bank zakken. In het beperkte licht van de straatlantarens zie ik het doorgroefde gezicht van een hoogbejaarde, op weg naar de einduitgang. Hij is vroeger vast een charmante man geweest, een allemansvriend waarschijnlijk. De genegenheid die hij uitstraalt is er nog een overblijfsel van. Omdat ik niet goed weet wat te zeggen, geef ik hem een geforceerde glimlach.

“Had ik maar een lief, dan zou ik ook gelukkig zijn. Ja, dat dacht ik. Lang geleden, toen ik jong was, zoals jij. Maar met de jaren heb ik geleerd dat een al te sterk verlangen juist verhinderde dat ik een houding aannam waarin liefde kon gedijen. Ik zat gevangen in puur zelfmedelijden. Ik dacht ‘iedereens leven is beter dan het mijne’ en ‘geluk in de liefde is niet voor mij weggelegd’, en meer van die onzin. Ik had vaak slechte dagen, en soms duurde een slechte dag meerdere jaren. Ik leefde met mijn hoofd in de duisternis. Ik verlangde naar het licht maar wist zelf niet waar het te vinden was...”

De stadsbus komt aangereden en stopt. De man maakt geen aanstalten om recht te staan. Hij kijkt me aan en vraagt: “Wil je nog even blijven?” Dit zinnetje raakt een gevoelige snaar. Het is een onverwacht verzoek om nabijheid. Een herinnering aan wat mijn verlangen werkelijk betekent. De man blijft. Ik blijf. De bus rijdt verder.

 

 10 – Joshua

 

Het meisje blijft. Ze kijkt me dankbaar aan, steekt haar hand uit en zegt: “Ik ben Nel.”

Ik neem haar hand vast en antwoord: “Joshua. Ik ben Joshua.”

“Zo’n koude handen, Joshua, u bent bevroren.” Ze grijpt mijn linkerhand ook vast en omhult mijn beide handen met de hare. De glimlach die ze me nu schenkt is een echte, recht uit haar hart.

“Ik was al de veertig voorbij en mijn moeder was opgenomen voor jongdementie. Op een keer ging ik op bezoek en had ze gezelschap van Lena: een oudere dame uit de open afdeling. Na een kwartier of zo stilzwijgend bij mijn moeder te hebben gezeten, zoals ik meestal deed, wilde ik vertrekken. Lena vroeg: Wil je nog even blijven?

Het meisje Nel luistert gefascineerd, nog een beetje afwachtend, maar geboeid.

“Toen ik bleef, keek ze mij doordringend aan en zei: Wat als jij het licht bent? Wat als jij de duisternis kan verlichten? Je kunt vanzelfsprekend niet in je eentje oorlogen stoppen of de problemen van de wereld oplossen. En je zult engerds ook niet in engelen kunnen veranderen. Maar toch heb je invloed, op iedereen die je pad kruist, zelfs als jullie elkaars naam niet kennen.
Wie je ook bent, waar je ook bent, hoe gewoon of hoe zwaar je leven ook is, jij kunt je eigen wereld een stukje lichter maken. Alleen op die manier kan de duisternis verlicht worden: door elke keer één oprechte daad van vriendelijkheid.

Lena was geboren in 1892. Ik heb haar na die ene keer nooit meer teruggezien, maar tot de dag van vandaag reist ze met me mee, waar ik ook ga. Ik zet haar woorden om in daden en met die levenshouding is mij al veel geluk in de liefde overkomen.”

Nel houdt nog steeds mijn handen vast. Die gloeien intussen van de liefde die over en weer tussen ons in stroomt. Haar ogen baden in traanvocht, gezuiverd van haat- en wraakgevoelens. Terwijl men aan de overzijde van de straat het licht heeft gedoofd, heeft Nel haar duistere plannen opgeborgen.

 

 11 – Nel

 

Deze doodgewone vrijdagavond voelt magisch. Dit eenvoudige bushokje omarmt en beschermt me, alsof het een kerststal is. Wie is deze Joshua? Met elk woord dat hij uitspreekt voel ik me meer gedragen.

“Ik zie de storm in je hart, Nel. Je vraagt wanneer voor jou het échte leven begint – maar het leven ís al begonnen. Het leven is nu - precies dit moment waarin je ademhaalt. Ondanks de teleurstellingen en de onbereikbare dromen van vandaag, "later" wordt de reis niet makkelijker. De weg blijft altijd de weg – met bochten, met stenen.”

“Ik geloof je graag, Joshua, maar wat moet ik dan?”

“Vergeet dat je zou moeten wachten op volmaakte omstandigheden. Het leven vraagt niet om perfectie, maar om moed. Kleine stappen, telkens opnieuw. Laat tijd je bondgenoot zijn, laat hem niet wegglippen, want eenmaal verloren krijg je die tijd nooit meer terug. Geluk is geen doel, het is de reis. Het heeft niet te maken met je goed voelen, maar met goed voelen.
Begin. Vandaag. Leef. Kies. Zet een stap. En als je struikelt? Dan sta je op. Dan kijk je naar je ellende met wat humor. En dan zet je de volgende stap. Zo simpel is het. De weg ontstaat onder je voeten terwijl je loopt.”

Het gesprek valt stil. Ik weet niets toe te voegen. De wijze woorden van Joshua zijn diep doorgedrongen en echoën in mijn hoofd. Zijn mooie ogen kijken me teder aan. Hij glimlacht en laat rustig zijn blik zakken, naar zijn handen, die ik nog steeds vasthoud. Ik spreid mijn handen en laat hem vrij. Bijna fluisterend zegt hij: “Vaarwel Cornelia. Heb het leven lief, Nel, en schenk de wereld je licht.”

Hij staat op, raakt mijn schouder vederlicht aan, keert zich om en wandelt de straat uit. Ik kijk hem na met droevige blik, en luister hoe het geluid van zijn voetstappen wegebt. Mijn hart is vervuld van liefde.

 

 12 – Jos

 

Op een drafje kom ik bij de bushalte aan. Gelukkig, er zit een jongedame te wachten: de laatste bus is dus nog niet weg.

“Oef… goedenavond. Blij dat ik het nog gehaald heb. Heb jij een idee hoe laat ze komt?”

Ze kijkt me aan alsof ze een spook ziet. Ze schudt langzaam van nee terwijl ze me blijft aanstaren.

“Tja, als jij ook maar net hier bent, dan hebben we misschien allebei de bus gemist. Dan wacht er ons een flinke wandeling. Of, we kunnen natuurlijk ook samen wachten op de eerste bus, die komt om zes uur, haha. By the way, mij hebben ze Jos gedoopt.”

“Eum... dag Jos. Ik ben Nel. Excuseer dat ik een beetje verward overkom, maar ik had hier net een gesprek met een oude man…”

“Ja, en…? Een gesprek met een oude man dus. En die oude man is met de laatste bus vertrokken?”

“Joshua, die oude man heet Joshua. Hij is heel rustig de straat uit gewandeld, en dan kom jij uit die richting aangelopen, en… en jij heet Jos, en je hebt dezelfde ogen, je lijkt op hem als twee druppels water, alleen vijftig jaar jonger. Hoe kan dat nu?”

“Mmm, misschien was dat mijn opa? Die durft wel eens gaan slaapwandelen. Grapje! Nee serieus nu, over vijftig jaar zie ik er vast helemaal anders uit dan jouw oude man. Overigens ben ik niemand tegengekomen op weg naar hier. Die bus blijft wel erg lang weg, vind je niet? Gelukkig heb ik charmant gezelschap.”

Nel is blijkbaar van het stille, meditatieve type. Of nee, eerder spiritueel gericht, want ze denkt dat ik de geest van haar Joshua ben. Of nog, dat Joshua de Engel-Boodschapper was die mijn Annunciatie voorbereidde.

“Joshua was, ik bedoel ís, een heel wijs iemand. De woorden die hij vandaag gesproken heeft, gaan mijn verdere leven bepalen. Hij heeft mij de moed gegeven om voortaan te durven zijn wie ik ben. Om te leren genieten van de reis van het leven. Om alles en iedereen die ik tegenkom te waarderen.”

“Heb ik even geluk, zeg! Jammer dat hier geen café in de buurt is. We zouden kunnen toasten op Joshua en onze dorst kunnen lessen. Je moet namelijk weten: ik kom van de koorrepetitie en die droogstoppel van een dirigent gunt ons nooit een pauze.”

Oei. Geen reactie. Die Joshua heeft haar betoverd, denk ik.  

“Zeg. Nel. Ik denk dat er geen bus meer komt. Het is al na middernacht. Wat denk je van een frisse wandeling. Moet jij ver eigenlijk? Voor mij is het een kilometer of vier, misschien vijf. Dat doe ik normaal op een uurtje. Ik stap graag flink door. Maar als jij liever slentert, voor mij prima hoor, maar dan wordt het iets langer. Gelukkig moet ik morgen niet gaan werken.”

Ai, ik merk niet veel enthousiasme voor een nachtelijke promenade.

“Bon, wat denk je lotgenootje? Gaan we een stukje wandelen? Kleine stapjes, grote stappen? Voor Jos is het sowieso oké. En als je struikelt, dan lachen we ermee, zet ik je terug op je voeten, en gaan we voort. Kom op Nel, wees het licht in deze duistere nacht. Eerlijk gezegd wandel ik liever met twee dan alleen: het maakt de reis lichter.”

Aha, dat laatste lijkt haar wel aan te spreken. Komaan Jos, laat die knappe meid zien wat je in je mars hebt.  

“Zing jij graag, Nel? Zullen we tijdens het stappen een stukje zingen? Ik ken een paar fijne stapliederen. Ken je het nummer ’t Dondert en ’t bliksemt van Guus Meeuwis? O nee? Wel, dat gaat zo: Laalaaaaa lalalalala, ’t Dondert en ’t bliksemt en het regent meters bier. Het wordt dus pompen of verzuipen da’s de enige manier…

Plotseling zie ik aan de overkant van de straat een gordijn bewegen: een boze slaapkop verschijnt. Duidelijk iemand die de decibels van mijn lyrische baritonstem niet weet te waarderen. Ik grijp Nel bij de hand en trek haar weg van het fel verlichte bushokje. We stappen flink door – tot mijn verbazing met grote stappen. Nel heeft er nu ook zin in. Ze haakt haar arm in de mijne en trekt me stevig tegen zich aan. Haar meditatiestonde lijkt voorbij. Opzij, aartsengel Joshua! Ik kan het bijna niet geloven, maar eindelijk is het Jos-time!

Wanneer we moeten wachten voor een rood licht, wil ik weer iets grappigs zeggen, maar Nel legt haar vinger op mijn mond, kijkt me diep in de ogen, neemt haar vinger weer weg en geeft me een warme smakkerd. Ik wou dat de sterre nu stil bleef staan…

 

En zomaar uit het niets.
Kwam er licht in het donker.
Groeide zin uit het woord.
Zomaar uit het niets.
Alles.

Marlies Verdoodt

 

EINDE

 

Rene Jochems
Kontich, 28 november 2025.