Nancy
een uitgestrekte en tedere rust
lijkt neer te dalen
uit het firmament
dat de ster iriseert...
het is het volmaakte uur.
( Anselmus Albini )
1. Tolkovski 1
Deze wachtkamer is nog dodelijker dan die van de tandarts, denkt Nancy. Megastresserend, ondanks de warme aardetinten op de muren. Ze gokt erop dat de binnenhuisarchitect de mosterd heeft gehaald in de Provence. Dat hoofdstuk heb ik afgesloten, denkt ze.
Nu ja, dat hotel in Nice was heerlijk luxueus. Dat tripje had best een mooie herinnering kunnen worden, was het niet in het water gevallen.
Ze pakt uit het rek een tijdschrift: Flow Magazine, voor de liefhebbers van slow living. De prachtige illustraties bevallen haar wel, maar de inspirerende titels kunnen haar er niet toe verleiden om de artikelen te lezen.
De deur van de praktijk zwaait open. Een levenswijze zestiger laat zijn zachte blik landen op de enige wachtende. Hij glimlacht en zegt: “Mevrouw Boudewijns, komt u maar binnen.”
In zijn consultatieruimte is de sfeer nog rustgevender, intiem haast: comfortabele lederen fauteuils, Oosterse tapijten, een antiek houten bureau en een raam waar diffuus licht door valt.
Ze gaan gelijktijdig zitten. Nancy voelt haar nerveuze hart kloppen tot in haar keel. De psychotherapeut is bedaard, zoals het hoort. Hij neemt zijn notitieboekje op schoot en kijkt haar onbevangen aan.
“Vertel eens, wat brengt u hier vandaag?”
Nancy kijkt naar haar handen, naar haar nagels, en neemt zich voor die vanavond opnieuw te lakken, want hier en daar schilfert de blauwe laklaag wat af…
“Mevrouw Boudewijns?”
“Oh, pardon dokter, ik weet niet zo goed waar ik mee moet beginnen,” zegt ze aarzelend.
“Laten we misschien eerst afspreken dat je mij niet meer dokter noemt. Dat is voorbehouden aan psychiaters. Een psychotherapeut noem je gewoon bij naam. Dus graag Daniël. En als ik mag noem ik jou Nancy. Is dat oké?”
“Mag ik niet meneer Tolkovski zeggen?”
"Dat kan zeker. Maar ik ben wel benieuwd: wat maakt dat je liever een formele afstand behoudt? Voel je je ongemakkelijk bij informaliteit, of is het gewoon een kwestie van respect en gewenning?"
“Ik weet het niet.”
“Ik werk graag vanuit gelijkwaardigheid. Door elkaar bij de voornaam te noemen, kunnen we de professionele afstand een beetje verkleinen. Zou je het misschien willen proberen, en dan kijken hoe je je erbij voelt?"
“Ik zal het proberen.”
"Fijn, dank je wel, Nancy. Ik waardeer het dat je dit wilt proberen. Voordat we ingaan op de reden waarom je hier bent: je gaf aan dat je liever meneer Tolkovski had gezegd. Wat maakt dat je die formele afstand in onze relatie zoekt? Hoe ervaar je die afstand nu we de voornaam gebruiken, Nancy?"
“Ik weet het niet. Misschien ben ik ouderwets, verkies ik formele omgangsvormen boven dit familiaire gedoe. Meneer Daniël.”
"Oké, dank je wel voor die openheid. Laten we dan nu bespreken waar je eigenlijk voor komt. Wat brengt je hier, Nancy, en wat hoop je uit onze sessies te halen?"
2. Blauwe schijn
Zoals elke vrijdagmorgen om elf uur ploft Angèle in de klaarstaande kappersstoel. Vriendin Wendy, die door Nancy wordt geföhnd, tracht boven alle gezoem uit te komen: “Amaai, aan die klein oogskes en die grote wallen te zien, was het een kort nachtje!”
Angèle kijkt via de spiegelwand naar Wendy en met een vette knipoog: “Die van mij kon zijn geluk niet op. We zijn alweer een week gerust.”
Terwijl de volkse dames het uitschateren werkt Nancy onbewogen verder. Als ze merkt dat die twee haar begluren en op een reactie van haar wachten, forceert ze een bescheiden glimlach.
Hair Styling Moniq combineert landelijke charme met een romantische inrichting in crèmekleurige tinten met een eigentijdse uitstraling door speelse spiegels en hippe verlichting. Dé Moniq, perfect gelegen in de dorpskern, is het zenuwcentrum van de regio – toch wat de vrouwelijke bevolking betreft. Het is dan ook een goudmijn voor eigenares Moniq Coolen.
Sinds vijf jaar werkt Nancy hier van dinsdag tot en met zaterdag, van zeven tot zeven. Ze is amper zevenentwintig, maar de fysieke belasting van het beroep laat zich reeds voelen: de hele dag staan, rug-, nek- en schouderklachten door de repetitieve bewegingen en ook het constante contact met water en chemicaliën zijn voor haar huid en nagels geen cadeau.
Maar klagen hoort volgens bazin Moniq niet bij het takenpakket. "Bij mij, in Hair Styling Moniq, moeten de klanten zich thuis voelen. De sfeer is wat écht telt! Het is hier soms heerlijk gezellig, bijna familiaal, en soms is het een beetje broeierig met pikante roddels. Maar het mooist van al vind ik de inzet en vriendelijkheid van mijn kapsters."
Nancy heeft het beklemmende gevoel dat ze stilaan begint te vergroeien met het salon. Jaren geleden, toen ze hier als leerling-kapster mocht beginnen – koffiezetten, haren wassen, gerief aangeven – kon ze haar geluk niet op.
Later, als allround stylist, genoot ze ten volle van haar technische kundigheid: knippen in degradé, kleuren in balayage, permanenten, opsteken, noem maar op. Enkele maanden geleden nog droomde ze van ooit zelfstandig salonhouder te zijn … Maar dat luchtkasteel is inmiddels vervlogen.
Het was een rustige dinsdagmorgen toen hij in het kapsalon binnenviel: “Kan ik hier mijn haar laten kleuren? Mijn kapper wil zoiets niet doen.”
Nancy vond het verzoek best grappig. Dapper ook om zomaar binnen te gaan in een damesbastion, geurend naar peroxide, haarspray en shampoo. Ze bevestigde dat een kleurbehandeling kon, liet het aanvullen van de voorraad voor later en wees de onverwachte klant een kappersstoel aan.
Het was een jongeman, hij leek vooraan in de twintig, met een grote bos zwart krullend haar.
“Ik ben Jason. Ik wil een blauwe schijn,” zei hij “niet volledig blauw hé, mijn haar moet zwart blijven maar mét een blauwe schijn. Begrijpt ge wat ik bedoel?”
Een uur later stond de fiere pauw zichzelf en zijn blauwe schijn in alle beschikbare spiegels van alle kanten te bewonderen. Tevreden rekende hij af en vroeg Nancy of ze met hem iets wilde gaan drinken?
3. Tolkovski 2
Nancy kijkt naar haar handen, slikt iets weg, en zegt bijna onhoorbaar: “Ik… ik voel me voortdurend gefrustreerd. Ik wil een relatie, ik wil intimiteit, ik wil aanrakingen, ik wil seks… maar het lukt me niet. Niet met wie dan ook. Elke ontmoeting gaat veel te snel en loopt dan weer faliekant af. Ik dacht… ik hoop hier een oplossing te vinden.”
Terwijl hij nota neemt, vraagt Daniël: “Wat voel je dan als het niet lukt?”
Ze denkt diep en lang na. “Schuld… schaamte”, fluistert Nancy. “Alsof er iets mis is met mij. Alsof niemand ooit zal begrijpen wie ik ben, wat ik nodig heb, wat ik wil, hoe ik het wil.”
“En toch verlang je ernaar?”
Ze knikt: “Ja. Heel sterk. Maar… ik kan mezelf er niet toe brengen. Ik wacht op iemand die mij ten volle begrijpt. Mijn soulmate. Dàn moet het lukken, denk ik.”
Daniël met zachte stem: “Je lichaam wil, je hoofd houdt je tegen. Denk je dat het wachten op ‘de juiste’ jou beschermt?”
Nancy kijkt verbaasd en fronst: “Ja… misschien. Maar ook… ach, ik weet niet of iemand het ooit zal begrijpen. Mijn verlangens… ze zijn intens, maar anders… misschien verwacht ik te veel van het leven.”
Nancy moet weer slikken, en begint stil te huilen. Daniël reikt haar een Kleenex aan en vraagt: “Wat als niemand jou ooit volledig kan begrijpen? Wat gebeurt er dan met je verlangen?”
“Dat idee… dat doet pijn. Dan… dan hoeft het voor mij niet meer… .”
Nancy schrikt van haar eigen woorden. Ze houdt van het leven, meer dan ze gezegd kan krijgen. In haar hoofd en haar hart heeft ze het leven lief en wil ze er graag van genieten.
Daniël voelt haar wanhoop. Met oprechte empathie vat hij het samen: “Dus je verlangen is groot, maar je voelt je gevangen. Door angst, door schaamte, door het idee dat het voor niemand ooit ‘goed genoeg’ zal zijn.”
En zij fluistert: “Ja… zo voelt het.”
Na afloop van de sessie doorloopt Daniël zijn aantekeningen. Jonge vrouw, sterke behoefte aan nabijheid en seksualiteit, maar komt er niet toe. Teleurgesteld of geblokkeerd, door het leven of door zichzelf, en dat raakt haar zelfbeeld. Haar schrik voedt haar schaamte. Haar idee van een soulmate is een emotioneel schild tegen de angst dat ze in haar lichamelijke of seksuele wensen te veel of te weinig wil.
Op zich is dit geen stoornis, denkt Daniël, maar eerder een diepgeworteld existentieel en emotioneel lijden. Het doet pijn, het voelt zwaar en het verdient aandacht — maar het vraagt zeker niet om medicatie. Als ze kan begrijpen dat haar denken haar gevangenhoudt, kan ze leren vertrouwen en oefenen om te durven afwijken van haar ideaal.
Hij legt zijn pen neer en voelt hoe de stilte van haar wanhoop nog nazindert in de kamer.
4. Blauwtje
Wat bezielde mij om op die lompe uitnodiging in te gaan? denkt Nancy terwijl ze zich voor de spiegel in de achterkamer – de ‘backoffice’ volgens Moniq – even staat te make-uppen. “Olalaah, we’ve got a date!” giechelen haar collega’s. Omdat ze niet weet wat te zeggen, niets zinnigs ter verdediging en niets grappigs om de goede sfeer erin te houden, steekt ze haar tong maar uit.
Jason staat aan de deur van het kapsalon haar op te wachten. Hij leunt nonchalant op het stuur van zijn elektrische step. Wanneer Nancy buitenkomt, stapt hij op en wijst haar met zijn duim over zijn schouder naar haar staanplaats achter hem.
“Ook een goedendag!”, zegt ze licht geïrriteerd door zijn manier van groeten. “En nee, ik ga niet op dat ding staan. Ik ben mijn leven nog niet beu.”
“Oei, ik ben met Watje Paniek op stap. Bon, dan gaan we wel te voet. ’t Is gelukkig niet te ver.”
Als ze eerlijk zou zijn, zou ze nù de uitnodiging moeten afwijzen en rechtsomkeer maken. Maar om het grote mannetjesego niet te kwetsen, volgt ze gedwee man met step. In haar rug meent ze de blikken en commentaren van haar collega’s te voelen…
In Café De Duif blijkt Jason een habitué te zijn. Bij het binnenkomen wordt hij enthousiast begroet: hij moet minsten zes gasten een high five geven voor ze aan een vrij tafeltje kunnen plaatsnemen. Een rondborstige dienster posteert zich vlak voor hen, geeft Jason een smakkerd mond op mond, bekijkt hem met halfdichtgeknepen ogen en zegt: “Een pintje, zeker? En voor de juffrouw? Of is het madame?”
“Een koffie graag,” antwoordt Nancy die nu eigenlijk elders, om het even waar, zou willen zijn. Het is haar een geruststelling te horen dat Jason door een paar potige kerels wordt herinnerd aan de voetbaltraining vanavond.
Het klankdecor van jukeboxmuziek, lachsalvo’s en geroep maken elk gesprek onmogelijk. Wanneer Jason zijn aandacht even niet op zijn makkers richt, keert hij zich richting Nancy en vraagt, of roept hij: “Zeg, hoe oud zijde gij eigenlijk?” Tot driemaal toe geeft ze antwoord maar kan hij dat niet horen. Met haar vinger in de lucht schrijft ze het getal zevenentwintig. Zijn lach klinkt luid en leeg; ze voelt zich steeds kleiner worden. Zijn uitdrukking gaat van ongeloof – hij had haar heel wat jonger ingeschat –naar een zekere branie omwille van het prestige van zijn verovering.
Met de helft van de smakeloze koffie opgedronken en de rest koud geworden vindt Nancy dat het welletjes is geweest. Ze zwaait naar Jason, knikt hem gemaakt vriendelijk toe bij wijze van bedanking en staat op. Zodra ze de heksenketel achter zich laat, komt hij ook naar buiten: “Zeg, waar gaat gij naartoe?”
“Bedankt nog voor de koffie. Ik ga nu naar huis.”
“Great! Ik ga mee. Een beetje wippen voor het voetbal kan geen kwaad voor mijn conditie.”
Nancy tracht haar paniek te verbergen: “Ik denk niet dat mijn man voor drie personen zal gekookt hebben.”
Jason grijnst van slimmigheid: “Mij maakt ge niks wijs: ik heb wel gezien dat gij geen trouwring draagt. Gij zijt niet getrouwd.”
“Je hebt gelijk, wij zijn niet getrouwd, wij wonen samen. Maar dat gaat u niets aan, toch? Dag Jason, en nog veel succes met uw schone coiffure.”
Nancy draait zich om zonder op een repliek te wachten. Ze bidt dat hij de leugen slikt en haar niet zal volgen.
5. Al Amanda
Een kapster is een psycholoog met een schaar, luidt het gezegde. In de microkosmos van Hair Styling Moniq lijkt het vanmorgen eerder op een volkstribunaal dan op een kapsalon met psychologen. Het pijnlijke gebeuren van de vorige dag wordt nauwkeurig gefileerd en besproken. Iedereen schaart zich achter de gekwetste collega. De dader, Jason, wordt gevierendeeld, figuurlijk dan toch.
De storm gaat pas liggen bij de entree van Valérie, alias Madame van den doktoor. Ze begint met uitgebreide ‘verexcuseringen’ voor de niet-nagekomen afspraak van vorige week. Het was haar totààl ontgaan. “Tja, een mens zou van minder de kapper vergeten als ge totaal onverwachts uw valiezen moet maken omdat uwe man een spoedoperatie moet gaan uitvoeren in Marrakesh!”
De clientèle en alle kapsters hangen aan Valéries lippen. De föhns verstommen; zelfs de spiegels lijken mee te luisteren.
“Als ge ooit een adres nodig hebt om te relaxen onder de Marrokaanse zon, dan is de Riad Al Amanda een droom. Op het moment dat de portier die zware houten deur dichtduwt en de chaos van de medina buitensluit, zit ge ineens in een stiltegebied, een betoverende binnentuin gelijk een oase, met het prachtigste zwembad.”
Ondertussen zijn de knip- en föhngeluiden compleet stilgevallen. Nancy staat er dromerig bij en drinkt met volle teugen het reisverslag. Ze weet dat jaloersheid haar niet past, maar ze proeft ze toch.
“Ze hadden een geheime kamer voor ons gereserveerd met veel privacy, omdat den dokter moest kunnen rusten. Nen droom van een kamer, met hoge plafonds, houtsnijwerk, goudkleurige decoratie, een met antieke Franse deuren afgescheiden boudoir met een kingsize bed, en een terras met zicht op dat fameuze zwembad.”
“Wordt er vandaag niet gewerkt?” De strenge stem van Moniq verbreekt bruusk de sfeer van Duizend en Een Nacht. “Ah, Madame Valérie, terug uit de Maroq?”
Valérie herhaalt haar welgemeende verontschuldiging en het medische urgentie-alibi van haar echtgenoot. Moniq knikt begrijpend naar haar vaste klant, maar zwijgt stil dat ze onderweg de bruingebrande dokter is gepasseerd. Allicht ging het om een openluchtoperatie... denkt ze.
Moniq pendelt enkele keren naar haar wagen om een verse lading schoonheidsmiddelen in de voorraadkamer te stockeren, groet iedereen en verlaat haar salon dat gonst van de bedrijvigheid. Twee minuten later kan je er weer een speld horen vallen. Valérie gaat verder waar ze gebleven was: “Ik geef toe dat ik tijdens mijn eerste nacht helemaal in de ban was van de geuren, geluiden en beelden van het Jemaa el-Fna-plein. Geen taxi’s. Geen luxe. Gewoon energie, mensen en vuur op straat. Zó onwerkelijk die hypnotiserende deuntjes van de slangenbezweerders, de wapperende gewaden van de henna-vrouwen, de kreten van de verkopers van streetfood en de schattige puppyoogskes van de kinderen die daar blijkbaar niet naar hun bed moeten. Marrakesh, dat is pure charme, en – eerlijk waar - ik was erdoor betoverd. Amai nog ni. Maar door al dat zwemmen en die brandende zon heeft mijn haar dringend een goei beurt nodig. Allez Nancy meisje, vliegt er maar in!”
Een onzichtbare dirigent zwaait met zijn baton en het kapstersorkest valt in met schaar en föhn: con fuoco!
6. Tolkovski 3
Daniël wil een proces op gang brengen waarin Nancy haar frustratie beter leert begrijpen, en daaruit nieuwe manieren van contact ontwikkelt. Hij nodigt haar uit om concrete voorvallen te beschrijven waarin het misliep.
“Als tiener op school liep het al fout”, vertelt Nancy, “terwijl de anderen openlijk flirtten hield ik me steeds op de achtergrond. Ik wilde wel maar kon niet, of durfde niet. Schoolfuiven vond ik verschrikkelijk. Als de jongen waar ik een boontje voor had met andere meisjes danste of kuste voelde ik me bedrogen. Dan werd die geschrapt als kanshebber. Ik wilde geen bedrieger als echtgenoot!”
“Nancy, om je verhaal beter te begrijpen, wil ik iets vragen over dat “geen bedrieger als echtgenoot”. Je was nog een tiener! Wat bedoelde je daarmee?”
“Ik bedoel… ik verlangde naar een lief, een partner, een levensgezel waar ik alles mee zou kunnen delen. Ik had, en ik héb geen behoefte aan een losse scharrel, zo’n macho die zijn veroveringen niet meer geteld krijgt.”
“Het is duidelijk dat een oppervlakkige verbinding jou niet aanspreekt. Dat is heel begrijpelijk en waardevol. Kun je vertellen wat je precies zoekt in een partner? Wat is voor jou belangrijk in de ideale levensgezel?”
“Goh, ik wil gewoon een soulmate. Een man die voelt wat ik voel, die denkt wat ik denk, gewoon iemand die mij honderd procent begrijpt. Dat is toch niet te veel gevraagd, of wel?” Nancy friemelde aan haar mouw.
“Het verlangen naar een soulmate is heel natuurlijk en menselijk. Iemand die emotioneel met jou gelijkloopt, die je door en door kent en die jou onvoorwaardelijk accepteert, dat klinkt geweldig. Denk je dat het mogelijk is dat iemand je helemaal kan begrijpen? Zijn niet alle mensen uniek dan? Ieder met zijn eigen karakter, persoonlijke ervaringen, behoeften en verwachtingen?”
“Mijn ervaring is dat bijna alle mannen hetzelfde zijn. Ze willen maar één ding, en snel. En daarna loop je maar in de weg. Zoals die trip naar de Côte d’Azur die ik met mijn beste vriendin Kathy maakte, om onze achttiende verjaardag te vieren. Onderweg maakten we kennis met twee Parijse ingenieurs. Die moesten naar een congres in Nice – zeiden ze. Ze nodigden ons uit voor een rijkelijk diner en, ja hoor, verwachtten daarna terugbetaling in natura. Kathy heeft met nummer 1 een heel drukke nacht beleefd. Ik heb die nacht ook niet geslapen maar wel omdat ik de grootste moeite had om nummer 2 duidelijk te maken dat het woord “nee” ook nee betekent. Dus, zo uniek waren die twee heren niet.”
“Hoe zou het voor je zijn als iemand je echt helemaal kent? Zou dat altijd prettig voelen? Of zou het ook ergens beklemmend kunnen zijn? Dat het ook een soort druk met zich mee kan brengen. Heb je daar al aan gedacht?”
"Ik denk niet dat de nadelen kunnen opwegen tegen de voordelen," zegt ze, en hoort zelf hoe haar stem iets te hoog en te snel klinkt.
“Die diepe verbondenheid lijkt voor jou echt iets heel essentieels. Die eventuele nadelen, ook al lijken die kleiner dan de voordelen, wat zouden die kunnen zijn?”
Nancy denkt na, vreest zichzelf te hebben klemgereden. Ze wordt gered door de bel: de consultatie is ten einde.
7. Shiseido
Na de heftige sessie bij Daniël kan Nancy zich nergens op concentreren. Haar avondmaal laat ze aanbranden en ze heeft geen idee naar welk tv- programma ze zit te kijken. Misschien was het niet Daniël die moest proberen haar te begrijpen, maar zijzelf.
De zelfreflectie werkt diep door en verrast haar. Zijn alle mensen uniek? En tweelingen dan? Die kunnen ook wel erg verschillen, zeker mentaal. Wat is er mis met verschillen? De meiden op het werk zijn ook allemaal uniek, en toch kan Nancy het goed met hen vinden. Ze lachen wat af met elkaars eigenaardigheden. Soms is het wel lastig, als Britt bijvoorbeeld weer eens Nancy’s dure scharen gebruikt, “per ongeluk”. En dan? Dan is het hooguit een half uur beeld zonder klank, en daarna staan ze weer te grappen.
Maar daar gaat het niet om, meneer Daniël. Ze kan best overweg met mensen die anders zijn. Het wordt pas eng als intimiteit aan de orde is. Stilaan voelt ze toch waar Daniël haar naartoe brengt. Ze moet inzien dat andere gevoelens, emoties en gedachten geen redenen zijn om zich hermetisch af te sluiten. Ze moet haar angst voor het onbekende durven omzetten in nieuwsgierigheid. Haar lat met eisen wat lager leggen. Wat meer krediet geven.
In de backoffice van Hair Styling Moniq is de spanning te snijden. Moniq heeft haar voltallige personeel, de zes kapsters en de twee stagiaires, opgeroepen, en dat op hun vrije maandag! De ene denkt dat de zaak op de fles gaat en ze allemaal op straat zullen staan. De andere vreest dat de zaak aan een vreemde overnemer wordt verkocht.
Het getater valt stil wanneer eindelijk Moniq binnenkomt. Van haar pokerface valt niets af te leiden …
“Dames, en meisjes, mijn excuses dat ik een uurtje van jullie vrije tijd afneem, maar ik vond dit te belangrijk. Jullie weten dat Hair Styling Moniq al vierentwintig jaar, sinds ik helemaal alleen deze zaak uit de grond heb gestampt, werkt met de beste producten: met het complete assortiment van Shiseido. Dit omwille van de gezondheid van onze klanten én die van onszelf. Maar, wat jullie misschien niet weten is dat Shiseido volgende maand honderdvijftig jaar bestaat. Ene Meneer Fukuhara begon eind negentiende eeuw met een westerse apotheek in Tokio. Niet zomaar één: hij verkocht er ook schoonheidsproducten. Et voilà...”
“Waarschijnlijk denken jullie: Allez Moniq, cut to the cake, of is het the cheese? Enfin… Waarom heb ik jullie laten komen? Omdat de directie van Shiseido in Yokohama heeft beslist om een verjaardagsfeestje te brouwen. Niet voor hun personeel – die krijgen misschien wel een dikke bonus – maar voor hun verdelers.” “Wow, amaai!” klinkt het als uit één mond.
“In 150 landen wordt Shiseido verdeeld, en van elk land mag er één iemand naar dat feestje in Japan. De General-Manager van Shiseido Benelux mag dus een Belg, een Nederlander, en een Luxemburger aanduiden die zeven dagen lang mogen gaan genieten. Philippe kennende heeft die briefjes met de namen van alle parfumerieën, schoonheidssalons en boetieks in een urne gestoken, goed geschud en een onschuldige hand laten trekken.
Lieve dames en meisjes, op het papiertje dat eruit kwam stond: Hair Styling Moniq … I kid you not, ik zweer het op mijn communiezieltje. Echt waar!”
Terwijl Moniq spreekt, denkt Nancy dat misschien geen mens ooit een andere mens echt begrijpt. Maar samen lachen kan die ander soms dichterbij brengen dan ze ooit vermoedde.
Moniq wacht geduldig tot het tumult tot bedaren komt, steekt haar hand op en vraagt opnieuw stilte en aandacht. “Nu moeten wij hier enkel nog effe uitmaken wie van ons volgende maand naar Yokohama vliegt.”
8. Tolkovski 4
Daniël luistert aandachtig naar een lichtjes opgewonden Nancy. De donkere sluier die vorige sessies over haar hing is opgelost. Ze heeft nu een meer open blik en geeft blijk van een herwonnen hoop op betere tijden.
Enthousiast doet ze verslag van de Shiseido-verkiezing waar al bij de eerste stemronde het personeel unaniem haar als afgevaardigde had gekozen. Ze had nooit geweten dat ze door haar collega’s zo graag gezien werd.
De aanstaande reis naar Japan is voor Nancy tegelijk een onwezenlijk avontuur, maar ook een onvoorstelbare inspanning. Ze trilt over haar hele lichaam als ze nog maar denkt aan de mensenmassa’s die ze zal moeten trotseren in luchthavens, in Japanse straten en winkels, en op de festiviteiten bij Shiseido. “Om van het taalprobleem nog maar te zwijgen!” zegt ze bezorgd.
Met zijn warme baritonstem brengt Daniël haar terug in kalmer water. “Weet je, die Japanse organisatoren hebben vast een oplossing in petto voor de talenmix van de genodigden. Daar hoef jij niet van wakker te liggen”.
Dan stuurt hij de sessie opnieuw richting Nancy’s problematiek. “Los van die prijsuitreiking – tussen haakjes, ik benijd je wel een beetje want een bezoek aan Japan staat al jaren op mijn verlanglijst – dus, los van dat cadeau, krijg ik de indruk dat jij ondertussen nog hebt nagedacht over de door jou zo gewenste totale verbondenheid en de nadelen die daar eventueel aan vastzitten. Wat zouden die kunnen zijn?”
Nancy is terughoudend. Zoekt de juiste woorden. Ze wil wel toegeven dat er ook nadelen kunnen zijn maar zonder volledige overgave. “Ik ben hier lang mee bezig geweest en heb in mijn hoofd allerhande scenario’s afgespeeld. U hebt gelijk dat in een uiterst doorgedreven situatie zoals ik die als voorwaarde stelde, er makkelijk spanningen in de relatie kunnen ontstaan. Maar ik blijf erbij dat bij gebrek aan harmonie er zéker nog meer spanningen zullen zijn.”
“Ik waardeer dit enorm, Nancy. Het vergt moed en inzicht om een eerder radicaal standpunt opnieuw te wegen en te herzien. Met deze genuanceerde kijk blijft jouw terechte bezorgdheid overeind dat gebrek aan verbondenheid geen gezonde relatie kan opleveren, maar dat een totale eenheid ook geen ideaal is. Hoe zou je nu, in dit nieuwe licht, de oude aanpak van afschermen en afbreken kunnen bijsturen, denk je?”
Ze voelt zich begrepen en aangemoedigd en Nancy doet alle moeite om een oplossing te formuleren. “Ik denk dat ik het begin te snappen. In plaats van me direct af te sluiten bij de eerste moeilijkheid of ongewenste handeling, moet ik het meningsverschil uitpraten.”
“Heel juist: schitterende conclusie. Communicatie is de sleutel. Zonder communicatie krijg je spanningen, met geef je harmonie de beste kans. Heel knap, Nancy!”
Wanneer ze de deur van de praktijk achter zich sluit, hoort ze haar eigen ademhaling. Voor het eerst sinds lang klinkt die niet meer als een zucht.
9. Tamagoyaki (Japanse omelet)
Doodvermoeid is Nancy wanneer de Airbus zachtjes landt op de luchthaven van Narita bij Tokyo. Zestien uur eerder was ze in Brussel opgestegen; een korte tussenstop in Dubai; ze zag de zon twee keer opkomen en weer ondergaan. Nu verlangt ze nog slechts één ding: een bed.
Het luchthavengebouw is overweldigend, groots en bijna onwerkelijk. Verbaasd ziet ze hoe gedisciplineerd de Japanners een meter afstand houden van de loopband en rustig wachten op hun bagage. Wie zijn valies ziet doet een stap naar voren, neemt die op en vertrekt. De rest wacht verder af. Geweldig, denkt Nancy, heel wat aangenamer dan ons westers gedrum.
En daar, tussen de wachtenden, staat de beloofde chauffeur: in een onberispelijk pak en witte handschoenen, een bordje met Shiseido op en haar naam in keurige karakters. Ze maakt zich kenbaar. De man maakt een lichte buiging en spreekt een Japanse formele begroeting uit … Nancy vermoedt dat het “Welkom, ik ben hier om u te halen” zal zijn. Ze glimlacht en buigt spontaan als tegenbegroeting. Haar hart maakt een vreugdesprong voor die respectvolle omgangsvormen.
Na de drukte van de luchthaven, plots de sacrale stilte in de limousine. De chauffeur zegt geen woord. De wagen glijdt door Tokyo by night, een kakofonie van neonhiëroglyfen. Aan de ingang van het hotel wordt ze opgevangen door buigende bedienden die alles voor haar regelen. Haar koffer vindt ze terug wanneer ze op de kamer komt: een suite, groter dan haar appartement. Geur van sandelhout en groene thee. Op de salontafel een ikebana bloemstuk met één enkele, perfecte orchidee. Daarnaast een kleinigheid van het bedrijf: een handgeschreven welkom, een doos met luxe zoetigheden, en een fles sake.
Terwijl ze nipt van een borreltje dwaalt haar blik over het uitzicht op de stad, een tapijt van licht met het donkere silhouet van de Tokyo Tower. Koffer uitladen is iets voor morgen. Een zalige matras wacht haar op… maar eerst moet ze nog kennismaken met het verwarmde toilet met geïntegreerde bidet.
Na een deugddoende nachtrust kiest Nancy een gemengd ontbijt: Tamagoyaki, typisch Japanse omelet, en gegrilde makreel met westerse broodjes en yoghurt met fruit.
“Goedemorgen. Stoort het als ik bij u kom zitten? Ik ben Klaas.” “Euh, ja. Ik ben Nancy. Ik bedoel nee, het stoort niet, gaat u zitten. Goedemorgen.” Een slanke man van bijna twee meter plooit zich dubbel en gaat zitten. “Shiseido?” vraagt hij met een vriendelijke grijns.
Nancy, enigszins verrast, replikeert gevat: “Ja, en u voor de conferentie van herderzienden, vermoed ik.”
“O, heerlijk ad rem en typisch Belgische humor: daar hou ik van. Primo, jij lijkt niet echt een oosters type, en secundo dat jij de Simpelweg Japan gids van Lannoo verkiest boven een ANWB-gids verraadt dat je een zuiderbuurtje bent. Dus, niks hokus-pokus. Smakelijk!”
Terwijl ze eten stellen ze zich wat concreter aan elkaar voor: zij, de allround stylist bij Hair Styling Moniq in “het Kempisch dorpje” Hemeldonk, hij, de branchmanager van de Health Club & Spa van het Hotel Des Indes in “het Hollands dorpje” Den Haag.
Hun wederzijdse kennismaking gaat nog een tijdje door tot ze bijna te laat zijn voor de shuttle naar Shiseido’s Global Innovation Center in Yokohama.
Terwijl ze over de Shuto Expressway weggebracht worden, kijkt Nancy door het autoraam naar de opkomende zon boven de Baai van Tokyo. Met een dankbare glimlach denkt ze aan Daniël, aan Moniq en aan de meiden die haar hier naartoe hebben gestuurd.
10. Kanpai! (Proost)
Het is een komen en gaan van shuttles met genodigden: directie, aandeelhouders, notabelen, zakenpartners, en de honderdvijftig internationale gasten. In de grote aula mag iedereen zijn of haar plaats innemen: Nancy achter het bordje “Berugi” (België), Klaas achter “Oranda” (Nederland).
De formele herdenkingsceremonie kan niet zonder speeches om de wereld te overtuigen van de relevantie van het bedrijf en zijn unieke waarden. “Shiseido stelt perfectie, discipline en uiterlijke schoonheid tegenover de chaos van de wereld. En met een assortiment producten gefocust op zorg, zuiverheid en harmonie streven wij naar een subtiele balans tussen de menselijke buiten- en binnenkant”, aldus president en CEO Fujiwara-san.
De opeenvolgende bewierokers worden op hun beurt bedankt en bedacht met een bloemetje of een geschenk. Nancy heeft moeite om zich te blijven concentreren op de real-time vertaling in het oortje. Opgelucht verwelkomt ze het slot van de ceremonie: het zingen van het bedrijfslied door het personeel.
Voor de lunch zitten ze met z’n tienen aan ronde tafels. Wanneer iedereen netjes achter zijn stoel staat wordt het muisstil: kroonprinses Kiko feliciteert Shiseido namens de keizerlijke familie en brengt vervolgens een toast uit: “Kanpai!”
Door het geroezemoes tijdens de maaltijd kan Nancy enkel een praatje maken met haar onmiddellijke buren: een volslanke Argentijnse links, en een hyperactieve Zuid-Afrikaan rechts.
Door de strikte organisatie moet ze ook in de namiddag haar Hollands maatje missen: tijdens het begeleid bezoek aan de diverse researchafdelingen, was ze weer ingedeeld in een andere groep.
’s Avonds, wanneer ze na een opfrisbeurt het restaurant van het hotel binnenkomt vindt ze Klaas lezend aan een tafeltje. “Goedenavond. Stoort het als ik bij u kom zitten? Ik ben Nancy.” Klaas schatert het uit.
Beiden kiezen ze voor wat typische kleine gerechtjes to share en omwille van de puur Japanse ervaring drinken ze daar aangepaste sake bij. Ze voelen zich zo goed op hun gemak dat de gesprekken langzaam verschuiven van professionele naar meer persoonlijke onderwerpen. Dat het klikt tussen beiden is een understatement. Ernst en humor zitten de hele tijd in de mix, en ze schrikken wanneer ze met heel veel verontschuldigingen en buigingen worden verzocht te vertrekken vanwege het sluitingsuur.
Wanneer ze in de lift stappen, zegt Klaas nog een ommetje te willen maken en drukt op het bovenste knopje. De Sky Garden op de negenenzestigste verdieping baadt in helder maanlicht. Het observatiedek biedt een spectaculair uitzicht en ontneemt de twee babbelaars de stem. Het is fris. Nancy rilt. Klaas trekt zijn jasje uit en legt het over haar schouders.
Vanuit de verte is Mount Fuji de enige stille getuige van een voorzichtige eerste Nederlands-Belgische kus. Er volgen er nog meer. En dan, op de vierenvijftigste verdieping, wensen ze elkaar goedenacht, met nog een kus en nog een glimlach, en verdwijnen dan in hun eigen kamers.
11. Tsukimashita (Aangekomen)
De PR- jongens en -meisjes van Shiseido halen echt alles uit de kast om hun mondiaal gezelschap te imponeren. Terug naar Tokyo om de Senso-ji Tempel te bezoeken. Met z’n 1400 jaar is de pagode van vijf verdiepingen de oudste tempel van de regio. Nancy vindt de architectuur wel impressionant maar mist door de enorme drukte de religieuze sfeer. Klaas is het er volkomen mee eens en samen glippen ze weg.
Met behulp van de Smart Guide app kiezen ze een rustiger bestemming. Onderweg kopen ze bij een streetfoodkraam viskoekjes, wagyu-spiesjes en verse groene thee. Na een uurtje bereiken ze de ondergewaardeerde verborgen parel van Tokyo: het Nezu Shrine. Dit Shinto-heiligdom met zijn ontelbare vermiljoenrode Sanbon Torii-poorten ligt in een ruim park. Een passender oord voor twee verliefde zielen is niet gauw gevonden. Nancy en Klaas beleven er, ver weg van de feestende Shiseido’s, het volmaakte uur.
Bij het avondmaal vernemen ze van hun tafelgenoten dat ze iets unieks hebben gemist. In de namiddag kon wie dat wilde een echte onsen-ervaring proberen. De Franse Miou had in de natuurlijke warmwaterbron fantastische uurtjes beleefd: “Als ex-Miss Normandië moet ik me natuurlijk niet schamen om mij naakt te vertonen”, bluft ze. “Wel jammer dat deze Nagomi Onsen gescheiden is per geslacht. Wie onze pure naaktstranden kent weet hoe idioot wij Fransen dat preuts gedoe vinden.”
Klaas kijkt veelbetekend naar Nancy die terugkijkt en amper een glimlach kan onderdrukken.
Na het dessert discreet de eetzaal verlaten blijkt een misrekening. Met zijn twee meter lengte springt Klaas onverbiddelijk in het oog van Shiseido’s exportmanager Tsumugi-san. Zij heeft net aangekondigd dat er na de maaltijd een fantastische karaoke-wedstrijd wordt gehouden. De oprijzende Klaas beschouwt zij als ongeduldige eerste kandidaat. Met gespeelde strengheid duwt ze hem een microfoon in de hand en zegt: “Nu zingen!” Het is geen verzoek. Dit is een entertainmentplicht, een initiatie om deel uit te maken van de groep.
Klaas mag van geluk spreken dat hij mag meezingen met de video van Yesterday van de Beatles. Het had ook iets uit de Japanse top-100 kunnen zijn. Zijn stem klinkt onvast en tamelijk vals van toon, maar de bewondering voor zijn prestatie door een Vlaamse schone is er niet minder om.
Wanneer ze eindelijk verlost van het muzikale geweld en de lachsalvo’s uit de lift stappen worden ze plots stil. Ze lopen allebei op eieren. Hun harten hameren erop los. Na vier dagen voorspel is het verlangen zo sterk… maar geen van beiden wil de ander forceren. Nancy is dankbaar dat hij haar alle tijd gunt. Ze beseft dat hij wacht op haar teken. Wanneer hij aan haar kamerdeur een slaapwelkus wil geven wijkt ze plagerig een stukje achteruit, grijpt dan zijn das vast, en trekt hem zacht achter haar aan, de kamer in. Liefde is, zelfs op latere leeftijd, een daad van moed.
De volgende morgen, bij het ontbijt, heeft niemand de Belgische en de Nederlandse afgevaardigden gezien. Ook niet bij de lunch, noch bij het diner.
Op de laatste dag van hun verblijf keren ze terug uit hun isolement. Ze hebben het raden naar wat de mensen van Shiseido ervan denken: die schenken alle deelnemers nog een vriendschappelijk souvenir, terwijl ze blijven glimlachen en buigen.
“Dames en heren, goedemiddag, dit is uw kapitein. We hebben zojuist onze kruishoogte bereikt. Het gordelteken zal zo dadelijk worden uitgeschakeld. De piloten en het cabinepersoneel wensen u een aangename vlucht naar Amsterdam.”
Even later komt de stewardess met hun drankjes langs en vraagt glimlachend: "Wat vond u van Japan?" “Fantastisch,” zegt Klaas meteen.
“En het hoogtepunt van uw reis?”
Wanneer ze niet direct antwoord krijgt maar die twee glunderende gezichten ziet, knikt ze begrijpend en besluit: “Fijn dat u zo genoten heeft.”
OWARI (EINDE)
Rene Jochems
Kontich, 18 oktober 2025.